De Cultuurverkenning
Wat zijn belangrijke ontwikkelingen en trends?
Hoe beïnvloeden de ontwikkelingen in de samenleving het culturele leven? Wat doen de makers en hoe gedraagt het publiek zich? Is er nog voldoende ruimte voor talentontwikkeling en innovatie in de culturele sector? Hoe gaat het met de geografische spreiding en vraag en aanbod van kunst en cultuur in ons land? Zomaar een paar belangrijke vragen waarover de Raad voor Cultuur zich vorig jaar heeft gebogen. De antwoorden volgden in De Cultuurverkenning die in juni 2014 is uitgebracht.
De raad wil met deze verkenning inzicht krijgen in de belangrijkste trends en ontwikkelingen binnen de vier verschillende domeinen waarover hij adviseert: beeldende kunst, vormgeving & architectuur, erfgoed, media en podiumkunsten. De verkenning richt zich overigens zowel op het gesubsidieerde als het niet-gesubsidieerde, culturele landschap.
Deze verkenning was de eerste belangrijke stap op weg naar Agenda Cultuur.
Belangrijkste bevindingen van de raad
Ondanks de economische crisis en stevige bezuinigingen is er veel veerkracht in de cultuursector. Maar dat is geen garantie voor de toekomst; de overheden geven vanaf 2014 gezamenlijk zo’n half miljard euro minder uit aan kunst en cultuur dan in 2011; de verwachte compensatie uit private financiering blijft uit; er dreigen nieuwe gemeentelijke bezuinigingen. En er is meer aan de hand: spelregels en verhoudingen veranderen, technologieën verdringen oude gewoontes, kunstenaars en publiek benaderen elkaar op nieuwe manieren.
Belangrijkste trends
De raad schetst in De Cultuurverkenning een aantal
trends, waarmee de cultuursector serieus rekening
moet houden:
- Verstedelijking en globalisering zetten door. Voor steeds meer culturele instellingen is de stad de thuisbasis en de wereld het speelveld. Lokaal en mondiaal ontstaan nieuwe verbindingen, een nieuw publiek en nieuwe producties.
- Digitalisering heeft een grote invloed op de productie en consumptie van kunst en cultuur. Via Google kunnen we virtueel door musea wandelen, via YouTube kunnen we luisteren naar concerten van Lady Gaga of het Concertgebouworkest. Tegelijkertijd zijn makers, producenten en distributeurs bezig met een moeizame zoektocht naar nieuwe verdienmodellen.
- Kunstenaars zijn gedreven, zelfredzaam en autonoom. Ze werken als zelfstandige met een gemengde beroepspraktijk en organiseren zich in informele netwerken, dwars door de disciplines heen. Maar ze verdienen meestal niet veel geld en de verborgen werkloosheid neemt toe.
- Er is veel nadruk op nieuw talent, nieuwe voorstellingen en nieuwe tentoonstellingen. De focus op verdieping en ontwikkeling van topcreatie neemt af. Er is vooral aandacht voor korte trajecten, terwijl er voor verdieping en verdere ontwikkeling minder ruimte is. Het nieuwe kan zo de vijand worden van het betere.
- Het publiek wil steeds meer worden vermaakt en is op zoek naar intense ervaringen. Het is de tijd van de beleveniscultuur, festivalisering en funshoppen: we willen alles, nu meteen en overal. Culturele omnivoren zijn we geworden. En we bepalen zelf waar we van kunst en cultuur genieten. Dat kan uiteraard in een museum, schouwburg of concertzaal, maar ook gewoon thuis op de bank, achter de tablet of laptop.
- Met name bij traditionele kunstvormen, zoals de klassieke muziek, slaat de vergrijzing toe en blijven nieuwe bezoekers weg. Cultuurinstellingen vinden het moeilijk om hierop een passend antwoord te vinden.
Debatten over De Cultuurverkenning
De raad heeft in de aanloop naar Agenda Cultuur.