De raad in de media

In 2016 trok met name het advies over de Culturele Basisinfrastructuur 2017 – 2020 veel media-aandacht. Daarnaast zocht de raad vorig jaar ook af en toe zelf de publiciteit via persberichten, interviews en ingezonden stukken in de krant. Ook verstuurde de raad in 2016 diverse digitale nieuwsbrieven naar zijn 2.700 abonnees. Via Twitter stuurde hij de nodige berichten naar zijn ruim 9.500 volgers.

Media-aandacht BIS-advies

De cijfers in vogelvlucht

  • In de papieren edities van landelijke dagbladen zijn er circa 70 artikelen over het advies verschenen.
  • In de regionale kranten en in de regionale edities van landelijke kranten zijn er zo’n 120 artikelen verschenen. In die kranten is vooral geschreven over de instellingen in de betrokken regio’s.
  • Er zijn naar aanleiding van het advies ruim 1.100 berichten op Twitter geplaatst.
  • Op de websites van kranten en (regionale) omroepen zijn er zo’n 180 nieuwsberichten geplaatst.
  • Ruim 21.000 gebruikers bezochten in mei 2016 de website van de raad. Normaal gesproken zijn dat er zo’n 4.000 per maand.
  • Ook op radio en tv kreeg het advies de nodige aandacht. Zo was voorzitter Joop Daalmeijer onder meer te gast bij het actualiteitenprogramma Nieuwsuur en bij programma’s op NPO Radio 1 en 4, BNR en diverse regionale zenders.

Meeste artikelen over BIS (landelijk en regionaal)

Arbeidsmarkt culturele sector

NRC, 2 januari 2016
Het is nu officieel: de onderbetaling van kunstenaars is door de cultuurbezuinigingen van Rijk, provincies en gemeenten (totaal 500 miljoen euro) en door de economische crisis verder toegenomen. De werkloosheid is zwaar gestegen en nog meer mensen in de kunsten zijn in een zzp-bestaan terechtgekomen.

“We hoorden wel dat het niet goed ging, maar wisten nog niet dat de impact van de bezuinigingen deze omvang had”, zegt voorzitter Joop Daalmeijer van de Raad voor Cultuur. “Nu hebben we de harde cijfers en kunnen we echt aantonen dat de zwakste schouders, de makers, de bezuinigingen dragen.” Aan het grotendeels afwentelen van bezuinigingen door orkesten, gezelschappen of musea op hun personeel moet volgens Daalmeijer een einde komen. “Als de minister ons daarom vraagt, dan zullen wij ook beoordelen of instellingen daarin door zijn geslagen en zo nodig aandringen op verbeteringen.”

Voorzitterswisseling

Na vijf jaar vertrok Joop Daalmeijer in november 2016 als voorzitter van de Raad voor Cultuur. Marijke van Hees volgde de voormalig journalist en omroepdirecteur op.

NRC, 14 november 2016
U heeft door het hele land gereisd. Bracht dat nieuwe inzichten?
Joop Daalmeijer: “We zijn veel beter gaan beseffen wat gemeenten en provincies aan cultuur doen. Zij hebben vaak hun cultuurbeleid niet goed opgeschreven. We zijn met ze in discussie gegaan, en daar hebben zij van geleerd. Daarom kunnen we adviseren een stelselwijziging door te voeren, waarbij de stedelijke regio centraal staat. Die zal dan moeten kiezen en zelf meer geld ter beschikking stellen. Daarbij hoort de vraag of je wel een eigen orkest, een eigen toneel- en dansgezelschap en een eigen museum wilt hebben. Misschien moet je iets laten vallen. Het Rijk zal dan de echte topinstellingen financieren, en verder de initiatieven in de regio s aanvullen.”

NRC, 14 november 2016
De nieuwe voorzitter van de Raad voor Cultuur woont niet in Amsterdam. Ze woont niet eens in de Randstad. Marijke van Hees komt uit Enschede. Juist deze stad werd in 2011 hard getroffen door de cultuurbezuinigingen van toenmalig staatssecretaris Halbe Zijlstra, net toen Van Hees, zelfstandig ondernemer en voormalig PvdA-voorzitter, wethouder voor cultuur was geworden. Van Hees, wethouder van 2010 tot 2014, schreef e-mails, sloot zich aan bij protesten, lobbyde in Den Haag, liet kortom van zich horen. “Ik viel, denk ik, op als een bestuurder die zich hard inzette voor het behoud van kunst en cultuur.”

Wordt ze een voorzitter die zich gaat inzetten voor de regio?
“Haha, nee, ik word een voorzitter voor het hele land. Al zal de komende tijd de rol van de regio’ s wel belangrijk worden. De verwachting bij mensen is dat er dingen gaan veranderen, dat het weer beter gaat worden. Maar de marges zijn klein, ben ik bang. Als raad beginnen we straks met inhoudelijke adviezen over de rol van de stedelijke regio’s en de verschillende onderdelen van de cultuursector: wat willen we, hoe willen we dat. En dan zoeken we naar mogelijkheden om samen te werken, zonder ons meteen blind te staren op wie precies wat financiert. Dat komt daarna.”