Ontgrenzen en Verbinden.
Naar een nieuw museaal bestel

31 januari 2013

Musea zullen een groter publiek trekken door meer samen te werken en hun collecties optimaal toe­gan­kelijk te maken. Een overkoepelende erfgoedwet moet taken en verantwoordelijkheden van musea en overheden beter vastleggen. De Kerncollectie Nederland, met daarin objecten van nationaal be­lang, zal extra bescherming krijgen tegen verkoop of afstoting. Deze maatregelen vormen het fundament van een nieuw museumbestel, waarin een toekomst­bestendige sector met een groot maatschappelijk bereik het uitgangspunt is. Dat schrijft de raad in het advies Ontgrenzen en Verbinden. Naar een nieuw museaal bestel.

Om de samenwerking tussen musea te bevorderen, adviseert de raad in diverse verzamelgebieden (zoals cultuurhistorie, oude kunst & kunstnijverheid, archeo­logie) een stelsel in te richten van kerninstel­lingen met regionale of lokale partnerinstellingen die met elkaar een keten vormen. De acht kern­instel­lingen worden benoemd door het Rijk.

De kerninstellingen zijn verantwoordelijk voor het functioneren van de keten in hun specifieke ver­zamel­gebied, bijvoorbeeld als het gaat om collectie- en presentatiebeleid. Ook stellen de kerninstellingen in overleg met hun partners een kennisagenda op, waarin cultuureducatie een prominente plaats inneemt. Voor de samenstelling van de ketens en de manier waarop de samenwerking wordt vormgegeven, moet ruimte zijn voor initiatieven uit de sector zelf. De Nederlandse Museumvereniging speelt hierbij als brancheorganisatie een belangrijke rol.

De raad vindt dat musea in de toekomst vaker over traditionele grenzen heen moeten stappen. De raad denkt hierbij bijvoorbeeld aan samenwer­kings­verbanden met commerciële partijen of onderwijs­instellingen, avondopenstellingen, virtueel museumbezoek, exposities van depotstukken buiten de musea, talentontwikkeling, meer internationale samen­werking en uitwisseling van kennis en presen­taties. Deze vormen van ‘ontgrenzen’ verhogen volgens de raad de professionaliteit die de samenleving van musea mag verwachten.

Een andere aanbeveling van de raad: uit de Collectie Nederland – de optelsom van alle openbare collec­ties – wordt onder regie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en met deelname van de musea die collecties bezitten en beheren een selectie gemaakt van objecten die van nationaal belang zijn en daarom behouden moeten blijven voor volgende generaties. Deze zogenoemde ‘Kerncollectie Nederland’ wordt geborgd in een wettelijk kader, om verkoop of afsto­ting ervan te voorkomen. De eigenaren – het Rijk, provincies of gemeenten – blijven financieel verant­woordelijk voor het behoud en beheer ervan.

De raad adviseert om de bestaande wettelijke rege­lingen voor archieven, monumenten en het behoud van cultuurbezit uit te breiden met musea en onder te brengen in één overkoepelende erfgoedwet.

De stabiliteit van het nieuwe museumbestel is volgens de raad gediend bij een dergelijke kaderwet, waarin taken en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen helder zijn geregeld.

Het nieuwe museumbestel komt gefaseerd tot stand. Tot 2017 ligt het beleid al vast, maar daarna is er door het aflopen van beheercontracten tussen Rijk en musea een unieke mogelijkheid om het museum­be­stel duurzaam in te richten. De komende jaren kun­nen worden gebruikt om de kernmusea aan te wij­zen, de museale ketens rond verzamelgebieden te vor­men, de ‘Kerncollectie Nederland’ te selecteren en de erfgoedwet voor te bereiden.