Coronacrisis

Cultuur dichter bij een breder publiek brengen; publiek dat zoekt naar schoonheid en prikkeling en in vervoering kan raken van een kunstwerk, optreden of ontwerp. Maar ook excellente makers in de volle breedte ondersteunen om het beste uit zichzelf te halen. Dat waren de belangrijkste uitgangspunten toen de Raad voor Cultuur begin 2020 aan de advisering over 220 aanvragen voor de Culturele basisinfrastructuur 2021 – 2024 (BIS) begon. Alles was zorgvuldig gepland en uitgestippeld, maar het liep anders. Het coronavirus kreeg ons land in zijn greep. Op 12 maart kwam voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog het culturele leven stil te liggen door de onvermijdelijke maatregelen van het kabinet. Nog diezelfde dag uitte de raad zijn zorgen en pleitte voor passende compenserende maatregelen. Al snel besefte de raad de noodzaak om zo snel mogelijk in beeld te brengen wat op termijn de organisatorische, personele en economische gevolgen van de coronacrisis zijn voor de culturele en creatieve sector.

De coronamaatregelen hebben ertoe geleid dat de raad zijn werkzaamheden en werkwijze aan de steeds wisselende omstandigheden heeft aangepast. De raad heeft bewust gekozen om ondanks de coronacrisis de advisering door te zetten en gelijktijdig te adviseren over de middellange en langetermijngevolgen. Dit om instellingen houvast te bieden in onzekere tijden. De raad wil er zo aan bijdragen dat de voorgenomen vernieuwing en verbreding van het cultuurbestel doorgaat.

Ondanks alles toonden makers en instellingen veel creativiteit en doorzettingsvermogen. De schoonheid en de creatieve energie die daarmee gepaard gaan hebben hoop, troost en verbinding gebracht. Daarmee is het belang van kunst en cultuur voor de samenleving indringend zichtbaar geworden. Dat vertegenwoordigt een waarde die blijft, constateerde de nieuwe voorzitter van de raad Kristel Baele in haar eindejaarsboodschap.

Culturele basisinfrastructuur 2021 – 2024

4 juni 2020

De Raad voor Cultuur heeft op 4 juni 2020 zijn advies uitgebracht over jaarlijks bijna 200 miljoen euro aan cultuursubsidies voor de komende vier jaar. De raad adviseert om meer instellingen met vernieuwend cultuuraanbod en instellingen van buiten de Randstadprovincies de kans te geven op een plek in de Culturele basisinfrastructuur (BIS). Bijna de helft van de voorgestelde instellingen is nieuw in de BIS. Veertig procent bevindt zich buiten de Randstad. De raad meent hiermee een balans te hebben gevonden tussen continuïteit, artistieke kwaliteit, vernieuwing en verbreding.

Verbreding en vernieuwing
Naast instellingen en festivals op het gebied van opera, dans, toneel, klassieke muziekorkesten en beeldende kunst, zijn er vanaf begin volgend jaar ook subsidies voor urban, popmuziek, musical, muziekensembles, e-culture, regionale musea en ontwerp. Daarmee wordt een breder publiek bereikt. Vanuit de provincies werden twaalf regionale musea voorgedragen. Zij krijgen jaarlijks extra geld voor publieksactiviteiten. Ook is er ruimte voor cultuureducatie, talentontwikkeling, ontwikkeling van diverse genres en reflectie en debat. De raad heeft in zijn sectoradviezen en in Cultuur dichtbij, dicht bij cultuur gepleit voor vernieuwing en verbreding van de BIS.

Geografische spreiding
De raad heeft met dit advies de geografische spreiding van het cultuurbeleid een impuls willen geven. Door extra oog te hebben voor de geografische spreiding van de BIS-instellingen wil de raad de culturele infrastructuren over het hele land versterken. In een deel van de categorieën is de geografische spreiding door de voorwaarden binnen de regeling gegarandeerd. In een aantal andere categorieën heeft geografische spreiding in de integrale afweging een bepalende rol gespeeld. Met de nadruk op geografische spreiding heeft de raad recht willen doen aan de grote inspanningen die provincies en gemeenten hebben gedaan binnen de samenwerkingen in de vijftien stedelijke cultuurregio’s.

De Codes
Voor het eerst zijn de door het veld opgestelde Code Diversiteit en Inclusie, Governance Code Cultuur en Fair Practice Code alle drie opgenomen in de Regeling op het specifiek cultuurbeleid. Ze gelden als ‘absolute weigeringsgronden’: de aanvrager moet de codes onderschrijven om in aanmerking te komen voor rijkssubsidie in de periode 2021 – 2024. In de beoordeling is enkel een matige reflectie op en omgang met een of meerdere codes geen reden voor een negatief advies of een positief advies onder voorwaarden geweest. Wel vindt de raad het van groot belang dat de goede voornemens nu ook worden geoperationaliseerd en dat voorafgaand aan de aanvraagperiode 2025 – 2028 de codes onvoorwaardelijk en goed door alle BIS-instellingen worden toegepast. Om een goede monitoring en een goede beoordeling over vier jaar mogelijk te maken, is het zaak dat alle gehonoreerde instellingen gaan werken met concrete stappenplannen.

De gevolgen van de coronacrisis voor de culturele sector en de BIS-instellingen
De culturele en creatieve sector heeft ruimte nodig om weerbaar en wendbaar uit de huidige crisis te komen. Daarvoor zijn naast diverse steunmaatregelen ook innovaties nodig die de sector als geheel voorbereiden op verschillende scenario’s en de te verwachten economische terugslag. De sector is veel groter dan alleen het van rijkswege gesubsidieerde deel en heeft aantoonbaar een aanjaagfunctie in tijden van economisch herstel. Het is alleen daarom al belangrijk voor de toekomst van heel Nederland dat de sector de gevolgen van de coronacrisis te boven komt. Daarvoor is een op innovatie gerichte strategie nodig die zorgt dat de sector wendbaar en weerbaar de nieuwe tijd ingaat. De Raad voor Cultuur voelt zich als het adviesorgaan van regering en parlement op het gebied van cultuur verantwoordelijk om een bijdrage te leveren aan het nadenken over de toekomst van de sector.

Naar een wendbare en weerbare culturele en creatieve sector

16 november 2020

Hoe wendbaar en weerbaar is de Nederlandse culturele en creatieve sector? Een vraagstuk dat door de coronacrisis des te urgenter is geworden. De coronacrisis heeft veel recent geconstateerde knelpunten scherper blootgelegd. Tegelijkertijd onderstreept de crisis nadrukkelijk het belang van cultuur voor de maatschappij en de economie. Dit noopt volgens de raad tot ruimhartig en kordaat beleid in het helpen oplossen van de acute problematiek en het duurzaam versterken van deze voor Nederland cruciale sector. Op maandag 16 november presenteerde de Raad voor Cultuur in een livecast zijn advies Onderweg naar overmorgen  over de wendbaarheid en weerbaarheid van de culturele en creatieve sector aan minister Van Engelshoven (OCW). De gepresenteerde aanbevelingen dragen bij aan de vier eerder door de raad geformuleerde doelstellingen van cultuurbeleid. Ze betreffen de versterking van 1) het klimaat voor creatie en productie door kunstenaars en ontwerpers; 2) de betrokkenheid van (een breder) publiek; 3) de samenhang en samenwerking binnen het culturele ecosysteem; en 4) het verdienvermogen in de gehele sector, zowel het gesubsidieerde als het ongesubsidieerde deel.